Stuken of stukadoren, ook wel als stuccen of stucadoren geschreven, is het bepleisteren van een wand met stuc. Het lijkt een echte klus voor de vakman, maar in principe is zelf stuken niet moeilijk. Als je maar weet wat je doet. En goede voorbereiding en een beetje oefening baart al snel echte kunst. Dit artikel zal je helpen bij het leren zelf stuken.
Stuken of stukadoren kun je makkelijk zelf. Het lijkt een klus voor de vakman, maar met een beetje goede wil en enige oefening kun je makkelijk zelf leren. Net als bij veel andere klussen is een goede voorbereiding het halve werk. Zorg dat je het juiste materiaal in huis hebt. Denk even goed na over de aanpak, voordat je aan de slag gaat. Stuken doe je in de volgende stappen:
Een eerste keuze die je moet maken bij het zelf stuken, is de juiste stucmortel en pleistergips. Deze keuze is met name gebaseerd op de ondergrond van de wand die je gaat stuken en het uiteindelijke doel. De reden om een wand te stuken kan namelijk verschillend zijn: je wilt een mooi vlakke muur, vrij van oneffenheden, omdat het er veel mooier uitziet. Een strakke muur kun je nog schilderen in alle kleuren. Ook kun je een muur stuken, omdat je het daarna nog wilt behangen of betegelen. Een vlakke ondergrond is dan noodzakelijk voor het mooiste eindresultaat, maar de afwerking van de stuc is minder relevant want dat verdwijnt achter het behang of de tegels.
Bij de bouwmarkt zijn alle mortels en pleistergipsen verkrijgbaar. Om een beetje inzicht te geven waar je op moet letten, is het assortiment van Knauf hieronder uiteengezet. Dit merk wordt véél gebruikt bij het zelf stuke. Het assortiment van Knauf geeft je een idee over de verschillende soorten pleistergips, en waarom het van belang is goed na te denken wat je wilt bereiken, hoe de wand zelf is, in welke ruimte, etc. Let wel, er zijn natuurlijk meerdere merken pleistergips verkrijgbaar. Bij twijfel kun jij je het beste goed laten informeren bij de bouwmarkt.
Een kant-en-klare schuurgips met een korte bindtijd. In dit schuurgips zijn toeslagstoffen gebruikt die grotere laagdiktes en een snelle afbindtijd bevorderen. Dit schuurgips is geschikt voor alle steenachtige wanden en plafonds, inclusief keukens en badkamers in woningen. Voor vochtige bedrijfsruimtes is deze schuurgips echter niet geschikt. Laagdikte minimaal 10 mm.
Een kant-en-klare hechtschuurgips voor een optimale hechting. Dit schuurgips is een hechtpleister waarin toeslagstoffen zijn gebruikt die zorgen voor een goede hechting waarmee een fijne structuur bereikt kan worden. Dit schuurgips is voor binnen gebruik en kan handmatig in één laag verwerkt worden. Deze pleister is toepasbaar op alle steenachtige wanden en plafond, inclusief keukens en badkamers in woningen. Voor vochtige bedrijfsruimtes is het niet geschikt.
Een kant-en-klare schuurgips voor grote laagdiktes. In dit schuurgips zijn toeslagstoffen gebruikt die grotere laagdiktes bevorderen. Fijn schuurwerk is hiermee prima te bereiken. Dit schuurgips is geschikt voor alle steenachtige wanden en plafonds, inclusief keukens en badkamers in woningen. Voor vochtige bedrijfsruimtes is deze schuurgips echter niet geschikt. Laagdikte minimaal 10 mm.
Een kant-en-klare gipsmortel voor lijm- en dunpleisterwerk. Het wordt gebruikt voor het verlijmen en pleisteren van niet dragende scheidingswanden bestaande uit cellenbeton, gips- of kalkzandsteenblokken. Daarnaast is deze gipsmortel ook geschikt voor het (blauw)pleisteren van beton, stuclagen of kalkmortel. Laagdikte circa 2 mm.
Een kant-en-klare pleistergips met een korte bindtijd. In dit pleistergips zijn toeslagstoffen gebruikt die grotere laagdiktes en een snelle afbindtijd bevorderen. Dit pleistergips is goed geschikt voor alle steenachtige wanden en plafonds, inclusief keukens en badkamers in woningen. Voor vochtige bedrijfsruimtes is deze schuurgips echter niet geschikt. Laagdikte minimaal 10 mm.
Deze hechtpleister is een pleistergips dat zorgt voor een gladde afwerking van wanden en plafonds. Het stuken met dit pleistergips gaat soepel doordat toeslagstoffen ervoor zorgen dat het pleistergips goed hecht. Daarnaast heeft het een lange verwerkingstijd en is het eenvoudig aan te maken. Dit gips is geschikt op alle steenachtige ondergronden, op binnenwanden en plafonds, inclusief keukens en badkamers in woningen.
Een pleistergips die het zelf stuken van grote laagdiktes mogelijk maakt, vanaf 10mm dikte. Stuken kan zowel met de hand als machinaal. Het stuken met dit pleistergips gaat soepel, het heeft daarnaast een lange verwerkingstijd en is eenvoudig aan te maken. Deze pleistergips is geschikt op alle steenachtige ondergronden, op binnenwanden en plafonds, inclusief keukens en badkamers in woningen.
Je hebt naast de juiste pleister voor zelf stuken óók het juiste gereedschap nodig. Hieronder tref je een lijst aan met het gereedschap dat nodig is om een wand te kunnen stuken:
Voor iemand die niet thuis is in het zelf stuken, geldt het advies: laat je goed adviseren in de bouwmarkt of speciaalzaak bij het aanschaffen van deze materialen en gereedschappen.
Voordat je aan de slag kunt met zelf stuken, moet eerst de betreffende wand worden voorbereid. Ten eerste begin je met het verwijderen van alle loszittende delen van de wand. Gebruik hiervoor een plamuurmes. Heb je (grotere) scheuren in de wand waarover je wilt stuken, dan kun je deze scheuren afdichten met stucgaas. Dit werkt makkelijker en geeft je bij het stuken zelf geen problemen meer met de scheur.
Als je een gehele wand gaat stuken, dan kun je zogehten ‘geleiderprofielen’ aanbrengen. Je kunt deze om de 80 centimeter met mortel op de wand aanbrengen. Zorg dat ze allemaal op de zelfde hoogte zitten, zodat je een effen wand krijgt later. Deze profielen maken het later makkelijker om de stuc mooi egaal en overal even dik af te werken. Het zijn enkele latten die je (waterpas) aanbrengt tegen de wand. De profielen hebben de dikte van de stuclaag die je wilt aanbrengen. Als je later de stuc hebt aangebracht, kun je met de lat over de geleiderprofielen nogmaals van beneden naar boven werken.
De hoeken van wanden hebben speciale aandacht nodig. Je hebt binnenhoeken en buitenhoeken. De binnenhoeken kun je het beste eerst beplakken met stucgaas. Dit voorkomt later scheuren of barsten. Buitenhoeken zijn kwetsbare plaatsen in een (gestuukte) wand. Door stoten tegen de hoek beschadigt het pleisterwerk makkelijk. Een hoekprofiel kan hierbij schade voorkomen. Je zaagt de hoekprofielen op maat en bevestigt ze aan de wand met gipsmortel. Wanneer je zowel verticale als horizontale buitenhoeken hebt (bijvoorbeeld bij een kozijn), plaats dan altijd eerst de verticale. Wacht met het stuken van de hoeken, tot de mortel waarmee de hoekprofielen zijn geplaatst helemaal zijn uitgehard.
De volgende stap is het afnemen van de wand. Het moet stofvrij zijn voordat je zelf gaat stuken. Ontvet de wand met ammoniakoplossing.
Ben je hiermee klaar, dan dien je de wand te testen op de zuigende werking. Dit is van belang om te weten of je de wand eerst nog moet voorbewerken met een voorstrijkmiddel. Hoe test je de zuigende werking van de wand? Bestrijk de wand met een goed vochtige kwast of roller. Kijk na 5 minuten waar het vocht is weggetrokken op de wand. Is het vocht helemaal of gedeeltelijk in de wand getrokken, dan dien je de wand een voorbehandeling te geven. Afhankelijk van de ondergrond, kun je kiezen uit:
Je bent nu klaar om daadwerkelijk te gaan stuken. Je begint met het aanmaken van de gipsmortel. Maak nooit te grote hoeveelheden mortel in één keer, omdat de mortel binnen het half uur op de wand moet zitten. Wacht je langer, dan is het al te hard geworden in de kuip om nog te kunnen verwerken op de wand. Werk dus in etappes. Lees altijd eerst op de verpakking van de mortel welke verhouding met water je moet hanteren. Doe het water in de speciekuip, en voeg de gipsmortel toe. Mix de mortel met de mixer tot een gladde massa (geen klonten)..
Je kunt nu aan de slag. Gebruik de troffel om de stucmortel uit de kuip te scheppen op je opzetbord. Plaats deze tegen de wand en met de pleisterspaan smeer je de mortel uit over de wand. Neem hierbij de volgende tips mee:
Is de gehele wand bedekt, dan dien je direct daarna met de afreilat de wand te bewerken. Het is belangrijk dat je het afreien nog doet wanneer de mortel zacht is. Met de lat ga je middels een zigzaggende beweging van beneden naar boven: afreien. Zo werk je de wand mooi egaal af: het teveel aan mortel neem je weg. Mocht je ontdekken dat je ergens te weinig mortel hebt aangebracht kun je dit nog corrigeren met een kleine hoeveelheid mortel. Heb je geleiderprofielen aangebracht dan gebruik je de lat langs de profielen. Snijd eveneens in geval van binnenhoeken in de gestuukte wand(en) de binnenhoek door. Zo kunnen beide wanden afzonderlijk van elkaar ‘werken’ zonder dat ze hierbij elkaar opdrukken (en dus beschadigen). De ontstane gleuf kun je later altijd met een kit weer afdichten! Als je gebruik hebt gemaakt van geleiderprofielen, dien je voordat je verder gaat met het afwerken van de wand, de aangebrachte geleiderprofielen te verwijderen. De gleuven vul je op met mortel met de pleisterspaan. Als je de wand gaat betegelen of behangen, kun je ervoor kiezen de profielen te laten zitten.
Na een klein half uur wachten, ga je aan de slag met de eerste stap in het afwerken van de wand. Dit is messen genaamd, omdat je hierbij gebruik maakt van het (spac)mes. Met het spacmes werk je van boven naar beneden en ga je alle gaten en oneffenheden te lijf totdat de wand helemaal mooi egaal is. Houdt het spacmes wederom in een hoek van 45 graden voor een mooi resultaat.
Ben je klaar met het messen, dan neem je het schuurbord (met sponszool) en kun je sponsen. Wacht wel even een kwartiertje, tot de stuclaag bijna droog is. Het mag nog een beetje plakken. Met de natte spons maak je draaiende bewegingen. Met deze actie haal je de laatste, kleine oneffenheden weg die bijvoorbeeld zijn ontstaan op de plek waar je de pleisterspaan tegen de wand had gehouden, of eventuele randjes bij de later aangebrachte mortel in de gleuven waar de geleiderprofielen hebben gezeten.
Nu komt een belangrijke stap: drogen. Je hoeft zelf niets te doen, maar het is wel essentieel dat je voldoende tijd neemt om de stuc te laten drogen. Sommige mensen gaan te snel aan de slag met schilderen of behangen, waarmee je later problemen gaat krijgen omdat de stuc nog vochtig is (binnenin, en niet altijd voor het oog zichtbaar). Houdt de volgende vuistregel in gedachten: elke millimeter stuc heeft een dag droogtijd nodig!
De laatste stap bij het zelf stuken is helemaal aan jezelf: hoe ga je de wand afwerken? Ga de wand pleisteren, betegelen of behangen? Kies je voor het pleisteren, dan kan dit kan direct na het sponzen. Er zijn verschillende soorten sierpleister: korrel-, structuur- en granietpleister. Afhankelijk wat je mooi vindt, kies je voor een gladde of grove structuur. Je brengt een dunne laag pleister aan voor een mooi afwerking van de wand. Voor het pleisteren maak je wederom gebruik van de pleisterspaan. Ditmaal houd je de spaan niet onder een hoek van 45 maar 30 graden voor een gladder resultaat. Wanneer je klaar bent met de pleister laag, zit het werk erop! Let op, als je direct na het sponsen de pleister hebt aangebracht dien je alsnog de droogtijd in acht te nemen (zie punt Drogen). Als de wand helemaal droog is, kun je de gepleisterde wand schilderen met wandverf. Kies je voor betegelen of behangen kun je natuurlijk aan de slag, zodra de stucmortel gehard is.
Zo zie je maar … nu kun jij óók zelf stuken. Je kunt nu zelf de wanden van jouw woning mooi glad maken, zonder dat dit jou kapitalen gaat kosten.
De medewerkers van Zomaakjehetzelf.nl zijn dagelijks bezig om de website aan te vullen en te verbeteren. Doel is om zo compleet en correct mogelijk te zijn.
Mocht jij een vraag en/of een opmerking hebben, laat dit dan horen. Stuur een e-mail naar: han@zomaakjehetzelf.nl.